De wereld volgens Monie (2)

Het volgende artikel van de hand van Peter Buwalda verscheen in de UT-nieuws van donderdag 25 juni 1998, jaargang 33, nr. 22.


Monique Sommer wint met essay intermediair/tsm prijs van f 67.500

Als klein meisje zaagde ze al batterijen door

Als klein meisje zaagde ir. Monique Sommer (34) al uit nieuwsgierigheid batterijen door, als brugklasser experimenteerde ze met scheikundedozen. Een fascinatie voor Nobelprijswinnares Marie Curie zette haar aan om elektrotechniek in Eindhoven te gaan studeren. Een Nobelprijs zat er tot op heden niet in, wèl won ze vorige week de Intermediair/TSM-prijs - een MBA-opleiding op de Twentse campus ter waarde van 67.500 gulden - met een essay over vrouwen en techniek. Over die materie kan ze een boek schrijven: na tien jaar bedrijfsleven kent ze de obstakels die een vrouw in een technische omgeving tegenkomt.

Monique Sommer herinnert zich een mondeling examen bij een van haar Eindhovense docenten. Een zwaar vak, dat ze zeer goed had voorbereid. Scherpe vragen, sterke antwoorden. Na afloop zegt de man tegen haar: 'Eigenlijk verdien je een negen. Maar je bent een vrouw en dus zul je als ingenieur nooit serieus genomen worden. Ik moet je daarom een onvoldoende geven.'

'Dit is waar gebeurd', verzekert Sommer, opnieuw verontwaardigd als ze erover spreekt. Ze was de enige vrouwelijke electrotechnicus van haar lichting, en de nadelen daarvan heeft ze gevoeld. Tijdens haar Londonse stage bij Philips bijvoorbeeld. Toen de Britse projectleider aldaar haar voor het eerst zag, schijnt hij gemompeld te hebben: 'Deze dame kan nooit technisch zijn'. Vervolgens liet hij zijn stagiaire links liggen. Pas toen ze na een maand een probleem had opgelost waar de vestiging al tijden tegenaanhikte, draaide hij om als een blad aan een boom.

Ze heeft ze leren kennen, de vooroordelen tegen technische vrouwen. En ze heeft er van alles aan gedaan om ze te weerleggen. Door zelf een goed ingenieur te worden, maar ook door zich sterk te maken voor haar soortgenoten.

Zo verricht Sommer in haar vrije tijd bestuurswerk voor Technika 10 Eindhoven, een vereniging die met diverse activiteiten jonge meisjes probeert te interesseren voor techniek. Ook stond ze aan de wieg van de commissie M/V-'90, die tot doel had Océ een aantrekkelijk bedrijf te maken voor mannen én vrouwen. Mannen in deeltijdfuncties, vrouwen in hoge posities, dat was de inzet. Sommer werd voorzitter. Inmiddels zijn de directe doelstellingen bereikt, en is M/V-'90 opgegaan in een aantal deelcommissies van de ondernemingsraad van Océ.

Toch laat de echte omslag nog op zich wachten. Van de duizend ingenieurs die op de afdeling research & development werken, zijn er maar vijftig vrouw. 'En voorlopig', vreest Sommer, 'zitten die aan hun 'glazen' plafond' Ze hebben uitzicht op hogere posities, maar om duistere redenen komen ze er niet.' Niettemin denkt zij zelf al een stap verder. Ze heeft het niet meer over gelijke capaciteiten, ze is ervan overtuigd dat vrouwelijke ingenieurs onloochenbare voordelen bezitten ten opzichte van hun mannelijke collega's.

'Vrouwen', zegt Sommer, 'hebben meer oog voor de menselijke en maatschappelijke aspecten van de technologie. Ze begrijpen beter dat de mens niet langer een verlengstuk is van de machine, maar andersom, dat de machine in het verlengde van de mens moet staan. Dat vraagt om meer aandacht voor de gebruiker in plaats van fixatie op een nog vernuftiger product.'

Ziedaar de grondgedachte van haar bekroonde essay. Terwijl high-tech almaar ingewikkelder wordt, hunkert de klant steeds sterker naar eenvoud en bedieningsgemak. Daarom moet de technologie vermenselijkt worden. Volgens Sommer kan niemand dat beter bewerkstelligen dan de vrouwelijke ingenieur.

Een geijkte constatering, een stereotiep zelfs: de vrouw als gevoelsmens tussen de harde male scientists. Maar een cliché is vaak geënt op de werkelijkheid. Sommer: 'Naast mijn stuk waren er vier andere genomineerde essays van vrouwelijke ingenieurs. Het viel me op dat ze allemaal zijn uitgegaan van diezelfde vrouwelijke kwaliteit, of beter: van die combinatie van kwaliteiten. Want ik heb het over mensen die én hun mannetje staan in de 'harde' techniek, op dat vlak serieus genomen worden, én begrijpen dat technologie met mensen samenhangt. En dus van een ziel moet worden voorzien.'

'Hoe technologischer de maatschappij wordt, hoe belangrijker de kennis over mensen en maatschappelijke verhoudingen' citeert ze de Eindhovense hoogleraar Dany Jacobs. Welnu, de opmars van de techniek in de samenleving is voorlopig niet te stuiten, zal eerder agressiever worden. Hebben Jacobs en Sommer gelijk, dan zal het belang van technisch opgeleide vrouwen in die maatschappij steeds groter worden. Maar dan moeten ze wel ruim baan krijgen.

Zoals Sommer zelf bijvoorbeeld. Haar marktwaarde zal aanzienlijk stijgen door het International Executive MBA Programme dat ze vanaf september mag gaan volgen - net als haar glazen plafond overigens. Over dat laatste: 'Natuurlijk wil ik graag hogerop. Niet om de macht of het aanzien, maar om de mogelijkheden te verbeteren van de vrouwen die na mij komen.'

Peter Buwalda

Copyright redactie UT-Nieuws


Terug: Monique's essay - Volgende: Artikel in Technisch Weekblad